Bron: Saskia Belleman, Telegraaf
Hij heeft geen moment geaarzeld over het verdedigen van criminelen die overliepen naar de kant van het Openbaar Ministerie. „Waarom zou je het niet doen? In de kern is het werk hetzelfde.” Inmiddels staat hij vier kroongetuigen in liquidatiezaken bij. Dat een collega hem eens verweet „een NSB’er” te zijn raakt hem niet. Advocaat Onno de Jong trekt de streep bij dierenkwellers. „Die sta ik niet bij. Dat trek ik niet.”
’Zijn’ bekendste kroongetuige is Fred Ros, die in het liquidatieproces Passage werd veroordeeld tot dertig jaar cel voor moord. Een straf die in hoger beroep werd gehalveerd in ruil voor zijn verklaringen, een nieuw uiterlijk en een nieuw leven.
De Jong schat dat hij minimaal duizend uur met spijtoptant Fred Ros doorbracht in de kleine getuigencabine van de extra beveiligde rechtbank op Schiphol, omdat niemand het veranderende uiterlijk van zijn cliënt mocht zien.
„Nee, dat heb ik nooit vervelend gevonden”, zegt hij. „Ik weeg van tevoren wel of ik met iemand overweg kan. Anders doe ik het niet.” Met Ros klikte het, zegt hij. „Het is een sympathieke, intelligente man. En als je zoveel uren op elkaars lip zit, is het onvermijdelijk dat je het ook over andere dingen hebt dan over de zaak. We hadden soms de grootste lol.”
Na Passage verdween Ros een tijdje uit beeld. Ook zijn raadsman weet niet waar hij tegenwoordig leeft. De Jong zag hem pas weer tijdens het strafproces tegen Willem Holleeder, waar Ros moest komen getuigen als onderdeel van de deal die het Openbaar Ministerie met hem sloot.
Herkende u hem nog?
Klein lachje: „Daar ga ik niks over zeggen.”
Sommigen van uw vakgenoten verdedigen principieel geen ’verraders’.
De Jong: „Dat is old school-denken. Je staat gewoon iemand bij die praat over medeverdachten. In gewone strafzaken geeft de ene verdachte toch ook vaak de ander de schuld? Ik zie het verschil niet. Ja, een kroongetuige krijgt er iets voor terug. Dat moet wel. Omdat het OM iets aan zijn verklaring heeft; én omdat een kroongetuige een groot risico neemt door over de misdrijven van zijn vroegere maten te praten. Dan moet je hem beschermen en dat kost nou eenmaal geld.”
Fred Ros was door de rechtbank al veroordeeld tot 30 jaar cel voor moord en stapte pas in hoger beroep over naar justitie in ruil voor halvering van de strafeis.
De Jong: „Natuurlijk, niets menselijks is een kroongetuige vreemd. Het is logisch dat er een zekere dosis opportunisme om de hoek komt kijken. Dat ze denken: Ik probeer het eens zo. Maar dat hoeft niets af te doen aan het waarheidsgehalte van een verklaring.”
Het is een misvatting dat spijtoptanten, ondanks hun eigen misdaden en na hun ’verraad’, weglopen met een zak geld waarvan ze de rest van hun leven cocktails kunnen drinken op de Bahama’s, benadrukt De Jong. „Ik ken de bedragen niet, maar het is hooguit een steun in de rug bij een nieuwe start op een plek die je trouwens niet zelf mag kiezen. Als je het niet verkloot en hard werkt, dan kun je er een succes van maken.”
Het veelgehoorde verwijt dat het OM verklaringen ’koopt’, noemt hij „onzin.” De Jong: „Iemand krijgt pas een overeenkomst aangeboden als hij eerst open kaart speelt over zijn eigen rol bij misdrijven. Daarna buigen bij het OM heel veel mensen zich over de waarde van die verklaringen. Dat kan wel anderhalf jaar in beslag nemen. Ik had van tevoren ook niet bedacht dat dat zo lang zou duren. Al die tijd bestaat het gevaar dat ze uitlekken. Eerst moet een toetsingscommissie zich uitspreken, daarna het College van Procureurs-Generaal, en uiteindelijk de minister. In al die fases is niks zeker. Dat is het pas als de handtekeningen onder een overeenkomst zijn gezet. Tot die tijd liggen de verklaringen in een kluis. Als het OM en de kroongetuige er niet uitkomen, dan blijven ze daar tot in de eeuwigheid liggen. En alles wat je vertelt, wordt gecheckt. Lieg je, dan gaat je deal eraan. Ik ga trouwens zelf ook niet in gesprek met mensen die zich niet eerst blootgeven.”
De fase die voorafgaat aan de rechtszaak is daardoor complex en intensief, zegt De Jong. „En emotioneel. Vergeet niet wat kroongetuigen allemaal in de waagschaal stellen en welke schepen ze achter zich verbranden. De last van zo’n strafproces is zwaar, contact met familie is niet mogelijk, ze krijgen te maken met mensen die zich van hen afkeren. Hun sociale netwerk verdwijnt. Het vergt van het OM en vooral van mij heel veel coaching om iemand gefocust te houden op het einddoel.
„Er zijn verschrikkelijk veel breekmomenten die je vooraf moet bedenken en bespreken. Dat maakt het heel dynamisch, maar ook lastig omdat je niet alles weet. Ik weet bijvoorbeeld niets over de familie van de kroongetuigen. Dat wil ik niet weten, hóór ik niet te weten, omdat het gevaar voor ze kan opleveren. En uit zelfbescherming.”
Veel advocaten vinden een moordzaak emotioneel belastend, zegt De Jong. „In het geval van kroongetuigen komt die extra lading er nog bij. Dat houdt me bezig, al ga ik er niet onder gebukt.” Een ’gewone’ cliënt kan hem niet bellen tijdens zijn vakantie. Een kroongetuige wel. „Omdat ik weet hoe moeilijk het kan zijn. Hoe eenzaam. En omdat ik weet dat hij niet kan slapen als hij niet even met iemand heeft gesproken.”
Hij ligt er zelf niet wakker van, zegt De Jong. „Maar het is soms wel het laatste waaraan ik denk als ik ga slapen, en het eerste wanneer ik opsta. Omdat ik de situatie waarin ze zitten zo goed ken. Verstoken van alle contacten, niet wetend wat zich allemaal afspeelt in de buitenwereld. Onmachtig. Als iemand er even doorheen zit, dan moet je er naartoe. Praten.”
Die emotionele kant van een kroongetuigedeal is iets wat beter tot alle geledingen van het OM zou moeten doordringen, vindt De Jong. „Zo’n toetsingscommissie bijvoorbeeld, die ziet alleen een stapel verklaringen. Niet de emoties. Ik zou daar als advocaat graag bij willen zitten om die ook onder de aandacht te brengen.”
De kroongetuigen krijgen bescherming; hun families niet automatisch. Welke gevolgen dat kan hebben ondervond Reduan, de broer van kroongetuige Nabil B. Hij werd vermoord nadat zijn broer overliep naar justitie.
Over het risico dat hij mogelijk loopt als advocaat van enkele kroongetuigen denkt De Jong wel eens na, zegt hij. „Ik kan alleen hopen dat mensen inzien dat ik mijn werk doe, net als elke andere advocaat. En als ík het niet meer doe, dan komt er wel weer iemand die het overneemt. Ik ben wel voorzichtig, ja. Kijk goed om me heen. Als ik concrete zorgen heb, dan geef ik die door.”
Heeft u concrete zorgen?
„Daar zeg ik niks over. Het belangrijkste is dat ik mijn werk doe als advocaat en dat verschilt nauwelijks van wat collega’s doen. Ik verdedig verdachten. Alleen is de veiligheidssituatie bij mijn cliënten een tikkie anders.”
Bent u wel eens bang?
„Alert is misschien een beter woord. Anders ben je niet op je hoede. Er reist altijd een bepaald besef met je mee dat sommige lieden niet zo helder voor ogen hebben wat de taak van een advocaat is. Mensen die zeggen dat ze nooit bang zijn, weten niet waarmee ze bezig zijn en verliezen hun kwetsbaarheid uit het oog.”